Kwartaalkwaal nagelbijten: de nieuwste inzichten

Een huisarts hoeft zeker niet iedereen met korte nagels te vragen naar nagelbijten. Maar om evidence based te kunnen handelen hebben huisartsen wel de meest actuele kennis nodig. Voor de nieuwe editie van Kleine kwalen in de huisartsenpraktijk zocht ANIOS Femke Osse uit wat de laatste stand van wetenschap is bij nagelbijten, in dit artikel benoemt ze de nieuwste inzichten.

ANIOS Femke Osse bijt zelf regelmatig op haar nagels. Mede daarom was ze heel benieuwd naar de meest actuele onderzoeksresultaten. Bovendien helpt het schrijven van een kleine kwaal huisartsen in hun werk. Daarover lees je meer in dit andere interview met Femke. Hieronder beschrijft Femke de nieuwste inzichten over nagelbijten.

Wat is er bekend over de etiologie?

Sinds de laatste versie van Kleine kwalen in de huisartsenpraktijk zijn er over het ontstaan van nagelbijten weinig tot geen opvallende onderzoeksresultaten gepubliceerd. Er zijn zowel psychoanalytische als genetische verklaringen voor nagelbijten. Weer een andere mogelijke verklaring is dat nagelbijten aangeleerd gedrag is. Sommige mensen gaan als ze heel geconcentreerd zijn nagelbijten, dit zou stressreducerend kunnen werken.

De rol van de huisarts bij nagelbijten

Nieuw aan nagelbijten is dat het in de DSM is opgenomen. Waar nagelbijten een gewone onschuldige kleine kwaal is, zijn er ook mensen die een (ernstige) psychische stoornis hebben en die òòk nagelbijten. In de DSM valt het onder de obsessieve compulsieve en verwante stoornissen, net als lipbijten en wangkauwen. Maar nagelbijten blijft een kleine kwaal.

Het is niet zo dat omdat nagelbijten nu in de DSM is opgenomen, huisartsen bij elke patiënt met korte nagels over nagelbijten moeten beginnen, benadrukt Femke. ‘Ik bijt op mijn nagels, en doe gewoon mijn werk zonder problemen. Zo zal voor veel mensen nagelbijten het dagelijks leven niet beïnvloeden. Dan hoeft er dus geen stickertje op geplakt te worden.’

Wat is dan wel de rol van de huisarts? Allereerst: bij mensen met verkorte of gerafelde nagels beoordelen of er complicaties zijn. Daarnaast is bij milde vormen uitleg over de infectierisico’s geven belangrijk. Bij ernstiger vormen van nagelbijten kan de huisarts zelf gedragsverandering stimuleren en doorverwijzen.

Wat zijn mogelijke complicaties van nagelbijten?

Meestal wordt het distale deel van de nagel afgebeten. Een verkorte en gerafelde nagel ontstaat vervolgens. Problemen geeft het nagelbijten meestal niet. Sommige nagelbijters bijten echter ook aan de cuticulcae of aan de omringende huid. Dan kunnen ontstekingen, littekens, exoriaties en eventueel keloïd ontstaan. De meeste patiënten gaan pas naar de huisarts vanwege nagelbijten bij complicaties. Denk aan:

  • chronische subunguale infecties,
  • recidiverende paronychia,
  • onychodystrofie,
  • secundaire bacteriële infectie,
  • periunguale wratten,
  • littekenweefsel aan de matrix,
  • schade aan het nagelbed met verlies van de nagel.

Andere mogelijke lichamelijke problemen bij nagelbijten:

  • Bij nagelaandoeningen zoals onychomycose en paronchia kan het infecterende agens zich door het nagelbijten verspreiden naar de mond.
  • Een nagelbijter met orale herpes kan deze infectie verspreiden naar de beschadigde vinger.

Waar vraagt de huisarts naar bij de anamnese?

  • naar de duur van het nagelbijten,
  • wanneer het begonnen is,
  • naar de aanleiding van het probleem of van de verergering,
  • of het nagelbijten alleen de vingernagels of ook die van de tenen betreft,
  • naar eerdere infecties of complicaties van het nagelbijten.

Wat als nagelbijten wel heel ernstig wordt?

Er zijn behandelingen beschikbaar voor mensen waarbij nagelbijten zo erg wordt dat het tot complicaties leidt. Wie zelf vindt dat nagelbijten interfereert met het dagelijks leven komt ook voor deze behandelingen in aanmerking. Het meest effectief lijkt een multidisciplinaire aanpak.

Dan gaat het om een combinatie van habit reversal therapy (het omdraaien van het gedragspatroon), aversie therapie (het nagelbijten wordt fysiek onaantrekkelijk gemaakt) en stimulus controle procedures.

Bij habit reversal therapy zijn de spanningsboog weghalen, zelfcontrole door systematische registratie, evaluatie van moeilijke momenten en sociale steun belangrijke onderdelen. Het nagelbijten fysiek onaantrekkelijk maken kan bijvoorbeeld met handschoenen en het lakken van de nagels met een bitter smakende substantie. De huisarts kan voor gedragstherapie verwijzen naar een psycholoog. Bij een ernstige obsessieve-compulsieve stoornis is psychiatrische hulp .

De sociale omgeving heeft natuurlijk altijd een belangrijke rol bij gedragsverandering. Ook goed om te weten: bewijs voor de effectiviteit van medicatie tegen ernstig nagelbijten ontbreekt nog steeds.

Gerelateerde artikelen