Mei, juni en juli zijn lastige maanden voor patiënten met allergieën voor graspollen. Maar ook in februari of augustus kunnen klachten door hooikoorts optreden. Wat de huisarts kan betekenen hangt natuurlijk af van welke klachten op de voorgrond staan.
Preventie en voorlichting
Het vermijden van pollen is uiteraard slechts beperkt mogelijk. Wel zijn er een aantal preventieve maatregelen die geadviseerd kunnen worden. Naast een (zonne)bril gebruiken zijn dit bijvoorbeeld:
- vaseline onder de neus smeren (hier plakt een gedeelte van het pollen aan)
- kleding niet buiten laten drogen
- ’s avonds het pollen uit het haar wassen
Betrouwbare patiënteninformatie staat op pollennieuws.nl, met de hooikoortsverwachting, en thuisarts.nl/hooikoorts.
Medicamenteus beleid bij incidentele klachten van rinitis
Een lokaal (met neusspray azelastine, levocabastine) of oraal (cetirizine, loratidine) antihistaminicum heeft de voorkeur vanwege de relatief snelle werking. Dosering eventueel ‘zo nodig’, de werking treedt binnen enkele uren in. Klachten van allergische conjunctivitis worden behandeld met oogdruppels (azelastine, levocabastine).
Medicamenteus beleid bij intermitterende of persisterende klachten
De huisarts kan kiezen tussen een antihistaminicum of een corticosteroïd neusspray (beclomethason, fluticason, budesonide), bij ernstige klachten wordt wel meteen gestart met de corticosteroïd neusspray. De werking hiervan treedt na een tot zeven dagen in. Bij onvoldoende effect van antihistaminicumoogdruppels kan maximaal drie dagen lokaal prednisolon toegevoegd worden. Langdurig gebruik van oogdruppels met corticosteroïden wordt ontraden vanwege het maskeren van onderliggende infecties.
Lees meer over hooikoorts/allergische rinitis/pollinosis, zoals over de etiologie, meer aandachtspunten bij beleid en wat over hooikoorts en medicatie is aangetoond op kleinekwalen.nl.
